Het aantal werkgevers in de dienstenchequesector neemt stelselmatig af. Dat heeft vooral te maken met schaalvergroting, want de tewerkstelling blijft eerder stabiel, zo blijkt uit nieuwe statistieken van de RSZ.
In het vierde kwartaal van 2024 telde de dienstenchequesector nog 1.251 werkgevers, 69 minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. En eind 2021 waren het er nog bijna 1.500. “Binnen de sector is al langer sprake van schaalvergroting door fusies en overnames”, aldus de RSZ. Uit de statistieken blijkt dat vooral kleinere werkgevers verdwijnen.
Bovendien neemt de tewerkstelling in de sector niet af. In de laatste drie maanden van 2024 waren er 147.687 arbeidsplaatsen in de dienstenchequesector, 0,2% meer dan een jaar eerder. Het arbeidsvolume daalde wel met 0,5%.
Uit de statistieken blijkt nog dat dienstenchequewerknemers relatief oud zijn in vergelijking met de rest van de arbeidsmarkt. Meer dan één op de drie is ouder dan 50. “Op de langere termijn is er een duidelijke evolutie te zien richting een veroudering van het personeelsbestand”, zegt de RSZ.
Daarnaast maken vrouwen nog altijd de dienst uit in de sector. Het aandeel mannen bedroeg 4,2% in het vierde kwartaal van 2024. Dat was wel een verhoging tegenover een jaar eerder (3,7%).
Het aandeel dienstenchequewerknemers is het hoogst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 5,8% van de tewerkgestelde werknemers daar, werkt in de dienstenchequesector. In Vlaanderen is dat 3,4% en in het Waals Gewest 3,1%.
