Overbruggingsrecht zelfstandigen telt mee voor minimumpensioen

Categorie Algemeen
Overbruggingsrecht zelfstandigen telt mee voor minimumpensioen

Overbruggings­rechten zullen vanaf 2027 als gelijkgestelde ­periode beschouwd worden voor de pensioenberekening van zelfstandigen. Al gelden er wel beperkingen. 

Het overbruggingsrecht is een ­financiële compensatie voor zelf­standigen die te maken krijgen met een gedwongen stopzetting van hun activiteiten, bijvoorbeeld door een faillissement, brand of natuurramp.

In het zomerakkoord is de ­regering overeengekomen om vanaf 2027 ­bepaalde overbruggingsrechten te beschouwen als gelijkgestelde periode in de berekening voor een minimumpensioen van een zelf­standige.

Daarvoor is minstens een carrière van 42 jaar vereist, waarvan 30 jaar met minstens 156 werkdagen per jaar. Over een gehele loopbaan zullen maximaal twaalf maanden aan overbruggingsrechten gelijkgesteld ­worden. Ook zal niet elke ­reden ­geldig zijn. Zo worden een natuurramp, een brand, een beschadiging of een beslissing van een andere econo­mische actor of een gebeurtenis met economische impact expliciet aanvaard.

Overbruggingsrechten die werden toegekend wegens de corona­crisis worden niet meegeteld. Tot nu leverden overbruggingsrechten geen pensioenrechten op voor zelfstandigen. Met de beslissing wordt de situatie van zelfstandigen en werknemers lichtjes gelijk­getrokken.