
Verhuurders van woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn en blijven verplicht om hun woninghuurovereenkomsten te registreren via het federale systeem (MyRent). De Brusselse wetgever had die federale registratieverplichting opgeheven voor het gewest, maar schendt daarmee de bevoegdheidsverdelende regels. Het Grondwettelijk Hof heeft de betrokken bepalingen dan ook vernietigd.
Volgens het Hof mag het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wel eigen regels invoeren over de burgerrechtelijke gevolgen van huurregistratie én een eigen registratieverplichting opleggen, maar mag de federale registratieverplichting niet opheffen.
“Want”, zo stelt het Hof: “de federale registratieverplichting voor woninghuurovereenkomsten is een fiscale verplichting, die de Staat heeft ingevoerd op grond van de fiscale bevoegdheid die hem is toegewezen bij artikel 170, § 1, van de Grondwet. Het komt aan de federale overheid toe te bepalen welke rechtshandelingen aan de registratieverplichting worden onderworpen en binnen welke termijn die registratie moet gebeuren”.<
Door de vernietiging blijven de bepalingen van het federale Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten van kracht en blijven verhuurders van woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verplicht om hun woninghuurovereenkomsten ook te registreren via het federale systeem.
- - -
Dit artikel komt uit de NSZ-nieuwsbrief van 13 mei 2025.
Wil je ons magazine ontvangen en gebruik maken van onze andere diensten? Word nu lid!