Hoe moet een concurrentiebeding tussen zelfstandigen eruit zien?

Het is gebruikelijk om in samenwerkingscontracten tussen zelfstandigen te voorzien in een concurrentiebeding. Indien de samenwerking op de klippen loopt, kan u dankzij zo’n beding vermijden dat er onmiddellijk concurrerende activiteiten worden opgestart in de directe omgeving van uw zaak.

Een concurrentiebeding beperkt de vrijheid van ondernemen. Beperkingen zijn slechts toegelaten, indien zij noodzakelijk zijn voor de bescherming van de gewettigde belangen van de onderneming van de opdrachtgever.
Concreet betekent het dat een beperking als onredelijk wordt beschouwd wanneer die naar voorwerp, territorium of duur verder reikt dan noodzakelijk om de concurrentie tegen te gaan. Het niet-concurrentiebeding dat een onredelijke
beperking van de concurrentie oplegt, is in principe nietig. Dat betekent dat niemand zich op dit beding kan beroepen en men vanaf dag één na de samenwerking ten volle kan concurreren.

Recent heeft ons hoogste rechtscollege de sanctie van de nietigheid op de helling geplaatst door te bepalen dat in bepaalde gevallen de rechter een nietig niet-concurrentiebeding alsnog van toepassing kan verklaren na matiging
door de rechtbank. Zo kan de rechter zelf bepalen wat een redelijke beperking in de tijd zou zijn. Op die manier zal het effect van niet-concurrentie bewaard worden, maar dan wel herleid tot een redelijke termijn.

Houd er dus rekening mee dat een ‘nietig’ concurrentiebeding door een rechtbank alsnog gedeeltelijk van toepassing
kan worden verklaard.